WPCF: ‘Internationaal erkende beoordelingscriteria emissies noodzakelijk’
Leden van het World Print & Communication Forum (WPCF) werken aan een gedetailleerde beschrijving van een gemeenschappelijke aanpak van de CO2-voetafdruk in de grafische industrie, dat meldt het WPCF in een persbericht.
‘Met toenemende druk op grafische bedrijven om hun milieucertificeringen te laten zien, erkennen WPCF-leden de noodzaak van een gemeenschappelijke aanpak op het gebied van de CO2-voetafdruk van de grafische industrie’, aldus WPCF in een persbericht. De organisatie benadrukt de noodzaak van een gemeenschappelijk begrip en internationaal erkende beoordelingscriteria om transparantie en consistentie te waarborgen bij het rapporteren van emissies. ‘Alleen met een gemeenschappelijk begrip van de belangrijkste parameters en de grenzen voor de berekening kunnen bedrijven hun klanten inzicht geven in de CO2-voetafdruk van het bedrijf of het uiteindelijke printproduct. Dit wordt steeds belangrijker om greenwashing tegen te gaan en voorkomt onbetrouwbare vergelijkingen.’
Best practices voor het berekenen van broeikasgasemissies
‘De grafische markt globaliseert in toenemende mate, leveranciers en drukklanten verkopen en distribueren producten internationaal’, aldus het WPCF. ‘Ondanks consolidatie bestaat het grootste deel van de druksector uit mkb-bedrijven. In verband hiermee is volgens het WPCF een eenvoudig en internationaal toepasbaar model voor het berekenen van de CO2-voetafdruk nodig, zowel voor grote als kleine bedrijven. WPCF wil aanbevelingen doen voor best practices bij het berekenen van broeikasgasemissies uit drukactiviteiten.’
Berekening
De berekening zoals die door WPCF wordt gedefinieerd, houdt rekening met de levenscyclus-benadering van de productie van gedrukt materiaal. Dit omvat de emissies van broeikasgassen tijdens de levenscyclus van gedrukt materiaal, exclusief emissies gerelateerd aan kapitaalgoederen, klantendistributie en eindscenario's.
WPCF benadrukt het belang van het overwegen van alle zes broeikasgassen die zijn gedefinieerd in het Kyotoprotocol, uitgedrukt als koolstofequivalenten. Deze gassen zijn koolstofdioxide, methaan, distikstofoxide, zwavelhexafluoride, en twee groepen gassen (fluorkoolwaterstoffen en perfluorkoolwaterstoffen).
Directe emissies door verbranding omvatten uitsluitend fossiele brandstoffen. Intussen worden de drie scopes van het Greenhouse Gas Protocol aanbevolen voor het beoordelen van de CO2-voetafdruk van een drukkerij of product:
- Scope 1: Directe emissies van energiegebruik ter plaatse
- Scope2: Indirecte emissies van de productie van verbruikte energie
- Scope 3: Alle andere indirecte emissies, zoals de productie van aangekochte materialen (substraten en verbruiksgoederen), transportgerelateerde activiteiten in voertuigen niet in bezit of onder controle van het bedrijf, elektriciteitsgerelateerde activiteiten die niet worden gedekt in Scope 2, uitbestede activiteiten, afvalverwijdering, etc.)
Om greenwashing en onbetrouwbare vergelijkingen tegen te gaan, verbinden WPCF-leden zich ertoe om samen te werken aan het verder uitwerken van een gemeenschappelijke benadering van de CO2-voetafdruk in de grafische industrie. Nationale en internationale brancheverenigingen zijn volgens de organisatie essentieel in de ondersteuning van drukkerijen wereldwijd bij het verbeteren van hun milieuprestaties.
Bron: WPCF
Wekelijks het laatste nieuws in je inbox met de PRINTmatters nieuwsbrief